logotekstlogoschoorsteen

Schoorsteenvegen

Bij het stoken van hout, kolen of olie ontstaan onverbrande deeltjes die in het rookkanaal terechtkomen. Deze deeltjes hechten zich aan de wanden van het rookkanaal en vormen een teerachtige, zeer brandbare laag die creosoot genoemd wordt. Bij een temperatuur van ongeveer 500 graden celsius (al snel bereikt wanneer u de kachel stookt) vliegt deze laag in brand en de schoorsteenbrand is een feit.

De mate van aanslag wordt mede bepaald door uw stookgedrag: smoort u uw kachel teveel, stookt u nat hout of hout dat veel hars bevat (dennenhout) dan komen er meer afvalstoffen/roet vrij en hierdoor komt er meer aanslag in uw kanaal. Daardoor kan de schoorsteen verstopt raken. Er is dan weinig of geen trek. Verbrandingsgassen slaan terug de kamer in, waardoor er gevaar ontstaat voor koolmonoxidevergiftiging. Regelmatig de schoorsteen laten vegen is daarom belangrijk. Over wat regelmatig is, is veel onduidelijk. 40 procent van de schoorstenen wordt zelfs nooit geveegd, met alle risico’s van dien. Geadviseerd wordt om bij intensief gebruik van de kachel, dus als hoofdverwarming, hem 2 keer per jaar te vegen. Als de kachel wordt gebruikt als sfeerverwarming dan volstaat 1 keer per jaar.

Bij apparaten die op gas gestookt worden zoals gaskachels, gasgestookte c.v.-ketels en (bad)geisers in moderne woningen, is er normaal gesproken geen vervuiling van het rookkanaal. Het is wel van belang dat de gasgestookte apparaten regelmatig onderhouden en afgesteld worden. Het is verstandig om jaarlijks, bijvoorbeeld tijdens het onderhoud, ook even naar het rookkanaal te laten kijken. Het is immers niet ondenkbaar dat er in het kanaal een verstopping ontstaat, bijvoorbeeld door een vogelnestje. Bij oudere types rookkanalen of schoorstenen is het verstandig om één keer per jaar te laten vegen.